Relatie depressie en darm microbioom onderzocht in recent Nederlands onderzoek

Onderzoekers vonden in twee recente Nederlandse onderzoeken een relatie tussen de bacteriën in de darmen en depressiviteit. Mensen met depressieve gevoelens blijken vaak een andere samenstelling van bacteriën in de darmen te hebben. Wat betekent dit voor de behandeling van depressie?

Onlangs meldde het Trimbos-instituut dat het aantal volwassenen met een depressieve stoornis in de afgelopen twaalf jaar flink was gestegen. De ggz staat onder hoge druk en de wachtlijsten worden langer. De twee recente onderzoeken kunnen het startpunt zijn van nieuwe behandelwijzen, die depressie misschien zelfs kunnen voorkomen.

Een darmmicrobioom met een lage diversiteit aan bacteriën of een onder- of oververtegenwoordiging van een specifieke bacteriesoort houdt verband met depressieve symptomen. Die conclusie trekken onderzoekers uit het onderzoek ERGO van het Erasmus MC en de HELIUS-studie van Amsterdam UMC.

In onze darmen bevinden zich biljoenen bacteriën, die samen het microbioom vormen. Zijn deze bacteriën niet in balans, dan lijken deze tot depressieve gevoelens te kunnen leiden.

Hoe die darmbacteriën dan precies invloed hebben op de gemoedstoestand, moet nog verder onderzocht worden. "Maar we hebben natuurlijk wel vermoedens", vertelt onderzoeker Robert Kraaij van het Erasmus MC.

"Het kan te maken hebben met de stoffen die darmbacteriën produceren, zoals serotonine en butyraat, die een belangrijke rol spelen in de regulering van emoties." Serotonine wordt onder andere in verband gebracht met welbevinden. Het wordt ook wel het 'gelukshormoon' genoemd.

Dat depressie de oorzaak kan zijn van een veranderd microbioom, was al eerder bekend. Mensen met een depressie gaan vaak andere dingen eten, waardoor de samenstelling van bacteriën in de darmen veranderd. "Maar dit is een eerste voorzichtige aanwijzing dat het verband mogelijk ook de andere kant op werkt", vertelt Kraaij.

"Als onze vermoedens kloppen, en we weten welke bacteriën we een handje moeten helpen en welke we juist moeten wegpesten, kunnen we technieken inzetten om dat voor elkaar te krijgen. Voeding en probiotica, in de vorm van pillen, zouden dan een grote rol kunnen spelen."

Volgens zijn collega en medeonderzoeker André Uitterlinden bestaan er al microbioompillen. "Die worden soms bij ernstige darmziektes gebruikt. In zo'n pil zitten bacteriën die in de darmen vrijgegeven worden, zodat je het microbioom kunt beïnvloeden."

De winkels liggen nu al vol met probioticasupplementen, yoghurtdrankjes en producten als kombucha, waar allerlei bacteriën in zitten. Werken die ook? Uitterlinden: "Dat is helaas te simpel. Het onderzoek laat zien dat er bacteriën zijn waar mensen met een depressie minder van hebben, maar ook dat er bacteriën zijn waar ze juist meer van hebben."

"Dat complexe samenspel luistert nauw. Daarbij is het microbioom bij iedereen net een beetje anders, daar spelen de genetische verschillen ook een rol in. Je kunt dus niet iedereen met een depressie exact hetzelfde middel geven. We moeten het per individu bekijken."

Ook leefstijl is een belangrijke factor. "Je kunt met een prachtige microbioompil komen, maar daarnaast moet er ook goed voor dat microbioom gezorgd worden. Anders wordt het na een tijdje weer tenietgedaan", aldus Uitterlinden.

Dus: meer bewegen, niet roken en gezond eten. Met name het eten van vezels kan het microbioom in balans houden en gunstig beïnvloeden. Die dienen als voedingsbron voor de 'goede' darmbacteriën.

Volgens de Maag Lever Darm Stichting eten Nederlanders structureel veel te weinig vezels. Voor vrouwen is het advies minstens 30 gram per dag, voor mannen 40 gram. Maar we eten gemiddeld amper 20 gram vezels, vertelt Marianne Rook, gezondheidsvoorlichter van de Maag Lever Darm Stichting.

"Vezels vind je vooral in plantaardige voeding: groenten, fruit, peulvruchten, zaden, pitten en volkoren graanproducten." Afwisseling daarin is belangrijk, legt Rook uit. "Diversiteit op je bord geeft diversiteit in je buik. Eet dus niet alleen maar fruit, maar ook groenten en peulvruchten, zodat je álle 'goede' bacteriën blij maakt."
Voorkomen van depressie zou nog mooier zijn

Meer onderzoek is nodig om grote conclusies te trekken, maar de studies van het Erasmus MC en Amsterdam UMC zijn een goed startpunt. Uitterlinden: "In Nederland lopen we wereldwijd gezien voorop met onderzoeken in dergelijke grote bevolkingsstudies naar het microbioom en depressie. Het zou prachtig zijn als we uiteindelijk kunnen bijdragen aan het verminderen van depressieklachten."

"Nog mooier zou zijn om die zelfs te kunnen voorkomen. In het ziekenhuis dweilen we altijd met de kraan open: mensen komen ziek binnen. We willen natuurlijk veel liever dat er in eerste instantie minder mensen ziek worden. Voorkomen is beter dan genezen."

Bron: Nu.nl
    23-12-2022 10:46